en weer terug naar Havana.
Door: john Vervoort
Blijf op de hoogte en volg John
26 September 2012 | Cuba, Havana
15 - 17 september Santiago de Cuba
Hoe verder we naar het oosten van Cuba rijden, hoe heter het lijkt te worden. We zitten op zo'n 1000 km van Havana en deze stad is de meest oostelijke van deze ronde van Cuba.
Volgens ons boekje is dit de meeste 'Afrikaanse' stad van Cuba en de meest hartstochtelijke. Wat ik me daarbij voor moet stellen is me niet helemaal duidelijk, maar wie weet vliegt iedereen me tongzoenend om de nek zodra we uitstappen.
Het blijkt mee te vallen, de eerste vijf mensen die we tegen komen kunnen zich aardig beheersen.
We zijn al goed meester in het vinden van de Casa in de wirwar van éénrichtingsstraatjes die zowat elke Cubaanse stad die we hebben aangedaan kenmerkt.
Geduld is hierbij het sleutelwoord. Als je een weg hebt van een meter of twee - drie meter breed en het stikt van de bici-taxi's en andere trage mede weggebruikers heeft het heel weinig zin om in te halen en je druk te maken.
In de casa aangekomen vraagt Jolanda aan de eigenaar of het mogelijk is om twee wasjes te draaien. Onze kleren hebben inmiddels weer het stadium 'Jan Schellekens' bereikt. Een bekende Tilburgse zwerver. Alleen dan Jan Schellekens die drie weken in 30+ graden heeft rondgelopen.
Het wassen is mogelijk, we mogen de kleren aan Anya geven en Jolanda is nog zo aardig om er bij te zeggen dat de roestplekken (van een Curacaose poort, niet mijn schuld, maar toch...) in het witte shirt er niet uitgaan. Ze zegt het tegen de eigenaar en Anya dat ze zich daar niet bezwaard over moet voelen.
Santiago de cuba doet inderdaad wat Afrikaanser aan (niet dat we ooit in Afrika geweest zijn) maar de mensen zijn er wel een stuk donkerder dan dat we tot nu toe hebben gezien. Een aardige Fransman (ja, ze zijn er), waar we mee in gesprek raken op een terrasje, vertelt ons dat dat komt omdat er in 1791 in Haiti (wat destijds Frans was) een revolutie was.
En waardoor de Franse landeigenaren met d'r Afrikaanse slaven naar Cuba zijn gevlucht en zich in Santiago de Cuba hebben gevestigd. Het hartstochtelijke waarover onze reisgids sprak, kan hij ook nie 1-2-3 plaatsen, maar het is wel zo dat de meeste opstanden in Oostelijk Cuba plaatsvonden. Het is een heetgebakerd volkje.
Het is sinds 1996 de achtste keer dat hij in Cuba komt dus we accepteren wel zijn Cuba-kennis als waarheidsgetrouw. En met een Engels-sprekende Fransman ga je sowieso niet in discussie, anders wordt het al snel een scene uit 'Allo-Allo'.
Het oudste huis in Santiago de Cuba is ooit gebouwd voor Diego Velasquez, de Spaans veroveraar. Volgens de man die ons rondleidt is het tevens het oudste huis van Cuba, maar we zijn bang dat er zo een stuk of twintig huizen aanspraak maken op die titel. In ieder geval is het een schitterend huis. Het is geheel gerenoveerd en het is nu een museum voor koloniale kunst, meubels, aardewerk en schilderkunst.
We hebben een timmerman in de familie die van al deze antieke, houten, bewerkte meubels helemaal lyrisch zou worden.
Maar dan moet het hoogtepunt van de dag nog komen! Voor mij dan...
Want als we 's avonds terug in onze Casa komen, ligt de was netjes klaar en Leo pakt het beruchte witte shirt. Jolanda begint zich meteen weer te verontschuldigen. 'No, no problem, vlek, gaat er niet uit', maar de reden dat Leo het shirt wil laten zien is dat het gewoon helemaal hagelwit is. En wat Jolanda uit Nederland en Wendy uit Curacao blijkbaar niet kunnen, kan Anya uit Cuba dus wel. Gewoon een beetje aandacht aan toch niet al te moeilijke opgelegde taken besteden en ziedaar: resultaat!
Ik zou denken, dit is een leermomentje, maar nee. Het shirt wordt met verbazing in ontvangst genomen en we gaan gewoon over tot de orde van de dag.
De volgende dag staat nog het Bacardi-museum op het programma en het Plaza des Espedes. Het Bacardi-museum heeft qua inrichting niks met rum te maken, maar de kunst en de objecten zijn wel van Meneer Bacardi, die van het rum-merk. Mooi, maar niet zo mooi als het Velazques-huis.
Plaza de Espedes, is het centrale plein waar buiten de nodige bedelaars, muzikanten ook de kathedraal staat. Helaas is die net op zondag en maandag dicht voor bezoek (alleen voor missen open), maar het metershoge engelenbeeld op de voorgevel is overweldigend. Kippevel-achtig mooi.
De laatste dag in Santiago is het zo verzengend in de stad dat we het strand op gaan zoeken. Liefst wel een strand met wat voorzieningen zoals een hotel met parasol en bedje. Zonder parasol gaan we voorlopig niet meer in de zon liggen. Beetje schrik heb ik toch wel van onze grote, gele vriend gekregen.
Het eerste hotel aan het strand is een kilometer of 40 rijden en goedgemutst met airco in de kya zijn we op pad. Als na 5 kilometer het asfalt ernstige gebreken gaat vertonen zijn we nog altijd blij van zin! Maar als na 7 kilometer het asfalt zo goed als ontbreekt worden we iets pessimistischer over deze route. Na 10 kilometer is het nog maar een kwestie van grof grind met kuilen waar een nijlpaard zich in kan wassen, zodat ook deze missie voortijdig afgeblazen kan worden.
Voor de tweede maal verslagen door de Cubaanse wegen. Maar het is nog vroeg, we proberen de andere kant van Santiago nog wel. Hotel Balcon de Caraiben. Mooi hotel, daar niks van te zeggen, maar het ligt op een 60 meter boven de zee op een rots. Ah, vandaar 'balcon'...
Iets verder dan naar Siboney, maar het humeur is al niet meer zo zonnig als twee uur geleden. In Siboney is het strandje en elke boompje al bezet door lokale mensen, plus dat een riviertje/afvoerpijp? de zee tot een straal van 20 meter rood-bruin kleurt.
Helaas, missie strand mislukt. Terug naar Santiago, naar het terras, naar de mojito's... ook geen straf.
18 september Holguin
Over Holguin kunnen we kort zijn... ongetwijfeld aardige mensen, maar aan het stadje is niet veel aan. Het letterlijke hoogtepunt is een heuvel tegen de stad aan waar een 485 treden tellende trap naar toe loopt en vanwaar je een prachtig uitzicht hebt over de stad en de achterliggende heuvels. Maar om daar nou de hele dag te gaan zitten kijken, nah...
Deze Casa gaat ermee door, het ruikt wat chemisch in de kamer, maar afijn. Jorge is heel vriendelijk en we hadden voor twee dagen besproken, dus dan rijden we morgen wel naar zee (voor de zoveelste poging). Totdat we op bed liggen en we worden gestoken. Blijkt het bed precies op de route te liggen van een kolonne mieren die van de tuin naar de provisiekast willen.
En blijkbaar vindt één op de tien mieren het nodig om te bijten. We proberen het eerst nog vriendelijk, maar als de irritant kleine beestjes liever oorlog willen dan kunnen ze het krijgen ook. Ik kom op het briljante plan om het busje muggenspul te gaan gebruiken. 40% DEET, meegenomen uit Curacao, voor de Cubaanse muggen, maar daar hebben we absoluut geen last van gehad. En als het agressieve spul muggen weghoudt dan zullen deze mieren er ook wel wat last van hebben.
En inderdaad, niet alleen hebben ze er last van, ze stoppen spontaan met lopen. We spuiten het voor de zekerheid nog wat op hun route die voor een groot deel over de muur achter het bed loopt. Totdat blijkt dat niet alleen de mieren het slecht kunnen verdragen, maar ook de verf op de muur van Jorge's Casa het niet al te best verdraagd. We proberen zoveel mogelijk weer weg te vegen, maar de lichtgele vlekken op de donkergele muur kleuren niet meer bij.
We denken dat het voor alle partijen (Jorge, ons en de mieren) beter is dat we hier niet twee, maar één dag blijven. En die vlekken? Nee, Jorge, die waren er al.....
19 - 20 september Santa Clara
Met een rotgang naar Santa Clara. We zijn heel eerlijk gezegd een beetje 'plaza de la Revolucion' moe. De slogans langs de weg, de propaganda, dat in combinatie met de hitte hebben we echt heel erg zin in de verkoelende zee. Verkoeling krijgen we wel op een kilometer of tien van Santa Clara, een onweersbui overeenkomstig met 'Debby' in Florida. Ook hier zitten we toevallig net op het ene stukje snelweg waar we op deze reis overheen rijden. Het was weer even billenknijpen..
Maar één plek móeten we zeker nog zien, anders kan ik niet met goed fatsoen uit Cuba weg. Het monument voor Che Guevarra in Santa Clara en waar in 1997 zijn overblijfselen zijn bijgezet. Het monument is indrukwekkend. Een tig meters hoog bronzen beeld, op een tig meters hoge sokkel, op een verhoogde plek, waar nog enkele heldendaden zijn uitgebeeld en dat alles voor een groot plein, genaamd.... tja. Maar het moet gezegd, de heldenstatus van El Che is in heel Cuba voelbaar, maar hier in Santa Clara (waar hij zijn grootste successen boekte) nog meer en dit plein eert 'm wel overeenkomstig. Het mausoleum valt dan weer wat tegen. Het is dat Jolanda zei 'hier ligt ie' anders was ik er steil voorbij gelopen. Ik had zelf zoiets als Napoleon's tombe in Parijs in gedachten, maar dit komt wel wat meer overeen met zijn ideeen. Tussen 50 van zijn kameraden, op gelijk nivo. Alleen brand er op zijn beeld de commandanten-ster.
Op het dakterras van de Casa, komen we in contact met Daniëlle en Rene, een stel uit Den Haag. Ik geloof de allereerste leuke mensen uit Den Haag die ik ooit ben tegen gekomen, ;-) Zij gaan na Santa Clara nog twee dagen naar een all-inclusive resort in het luxe Varadero, voordat ze terug naar Nederland vliegen. Als we horen wat het kost, gaan wij de volgende dag ook eventjes naar het plaatselijke reisburo en boeken drie dagen strand/hotel/luxe/eten en drinken.
21 - 23 september Varadero
Varadero, hotel Melia Varadero. Vijf sterren, het is overdreven luxe en we voelen ons bijna schuldig na zoveel armoede en ellende. Maar we vinden het wel heerlijk...
Het heeft geen ene moer met Cuba te maken, want dit resort had net zo goed op de Bahama's, Turkije, Tenerife of noem het maar op kunnen liggen. Iedereen zijn ding, maar we zijn blij dat we eerst drie weken in Cuba hebben rond gereden en maar drie dagen Varadero. Dat in plaats van drie weken Varadero en drie dagen een excursie naar een sigarenfabriek, Havana en een suikerrietplantage. Maar nogmaals ieder het zijne, wij genieten hier nu eigelijk nog meer van.
Het heeft geen nut om de buffetten op te gaan sommen, de decadentie, de dronken russen, iedereen zal wel zijn eigen Varadero hebben gezien ooit.
24 - 25 september Havana
Het laatste ritje van 138 kilometer is een peuleschil. Hoewel we nog wel even de tank in de gaten moeten houden. We moesten een volle tank afrekenen toen we de auto oppikten en mogen 'm wel leeg terug brengen. De linkerds... niemand neemt dat risico en wij zijn ook niet de types om nog eens met een kwart tank rondjes rond het hotel te gaan rijden waar we de auto in moeten leveren.
Altijd wel weer opgelucht als ze de auto goedkeuren en de borg van de getekende visa kaart verscheuren. Als we buiten staan bedank ik de bijrijder/kaartlezer voor weer een schitterende trip van dik 2000 km. Ja, zelfs het kaartlezen gaat ze voortaan goed af.
En dan nog lekker twee dagen Havana, de oude Casa en als we aankomen horen we tot onze grote vreugde dat Jeremy morgen ook weer terug is. Een dag met die Ozzie aan de kreeft en rum is ook weer een feest.
Nog een paar dingen die ons hier in Cuba zijn opgevallen, die het vermelden waard zijn (in positieve of negatieve zin).
Het vervoer voor de Cubanen is zo ontiegelijk slecht. Er rijden luxe bussen (voor de toeristen), in de steden rijden bussen (waaronder oude BBA bussen, connexxion) die stampvol zitten en buiten de grote steden staan langs overal langs de kant van de weg mensen die naar bijvoorbeeld Santiago willen. Hopend op de goedheid van die paar Cubanen die wel een auto hebben en ze meenemen. Of de toeristen zoals wij die ze oppikken.
Ik ben in deze verslagen eerlijker geweest dan ik ooit ben geweest, dus ook nu, aan ons hebben ze niet veel, zeg maar niks gehad. Ikzelf had nog wel een paar keer de neiging om voor een vrouw met kind te stoppen, maar Jolanda zag dan drie grote Cubanen die uit de struiken kwamen aanlopen. En aangezien zij vaker gelijk heeft dan ik hebben we het niet gedaan. Hoe rot af en toe ook.
En tot slot rijden er nog vrachtwagens rond. Noem het maar veewagens, die prop en prop vol met mensen naar de stad rijden. We kunnen niet anders dan een Schindler's list gevoel hiervan krijgen, alleen is de afloop een stuk beter. Maar dat idee dus.
Nog een vervoers dingetje. Het vervoer van dieren. We hebben vier!! geiten achterop een fiets gebonden gezien. In Bayamo reed een fietser voorbij waarvan ik dacht dat ie een eendgeluid als toeter had... tot ik de eend achterop gebonden zag. We hebben een koe in een bakfiets zien liggen, half in de bak, half eruit. En ja, hij leefde nog. Vandaag nog in Havana werden er zakken met levende kippen in een soort tuk-tuk achtig brommertje gegooid en nog een paar geiten. Het geluid dat één geit was zo hartverscheurend dat blijft nog wel even bij. Drie blokken verder hoorde we 'm nog.
Ook éénmaal een geit achterop een tegen een muurtje geparkeerde fiets gezien. Liggend op z'n ellebogen te wachten met een blik van 'hoe lang gaat het hier nog duren, want ik heb wel wat beters te doen'. Tragi-komisch noemen ze dat geloof ik?
Ook nog iets héél erg zieligs, triest, vies? Oude mannen (60 - 70 jaar) met hele jonge Cubaanse meisjes. Ze zullen wel ouder zijn dan 16, hoewel we er één of twee keer toch aan twijfelden, maar tegennatuurlijk als de pest. En we hebben het veel gezien. Pure misbruik van de armoede van een volk. Socialisme is overwinning... Nee dus. We hopen heel erg voor de Cubanen dat er iets, snel gaat veranderen en dat ze de goede dingen daarbij kunnen behouden.
Tot slot, als iedereen die ons de afgelopen drie weken 'amigo' heeft genoemd, ons accepteerd op het facebook-adres dat ik ze gegeven heb dan hebben we binnenkort 16.489 nieuwe facebook-vrienden. En de insteek van het deze 'amigo's' was niet geheel zonder winstbejag, maar Cubanen zijn echt hele vriendelijke, gastvrije mensen, die beter verdienen. We hebben wel het gevoel een paar echte nieuwe vrienden te hebben gemaakt.
Cuba is een echte aanrader!!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley