De vallei der liefde en het meer der zuchten. - Reisverslag uit Ðà Lạt, Vietnam van John Vervoort - WaarBenJij.nu De vallei der liefde en het meer der zuchten. - Reisverslag uit Ðà Lạt, Vietnam van John Vervoort - WaarBenJij.nu

De vallei der liefde en het meer der zuchten.

Door: John Vervoort

Blijf op de hoogte en volg John

23 Maart 2013 | Vietnam, Ðà Lạt

Na Ho Chi Minh Stad trekken we naar de kust, de volgende stop is Phan Thiet. Bij Phan Thiet begint een kilometers lang wit zandstrand dat zich uitstrekt richting het vissersdorpje Mui Ne, en wat dan ook luistert naar de naam Mui Ne strand.
Phan Thiet is een middelgrote stad van 380.000 inwoners, maar de toeristische resorts en bezienswaardigheden liggen pal aan het strand. Phan Thiet, Jolanda spreekt het uit als 'Pan Tijet, alles of er een streepje ergens op staat, ik spreekt het liever uit als Pan Tiet. Gewoon, omdat ik het leuk vind om tiet te zeggen.
Jolanda vindt me op sommige momenten kinderachtig, ik begin met m'n voeten te stampen en te roepen 'nietes, nietes'. Zo, punt gemaakt dacht ik zo, daar heeft ze niet van terug.

Aan de weg parallel aan het strand ligt van alles: dure resorts, muf uitziende hotelletjes, boekingskantoortjes voor dagtochten en bustickets, restaurantjes. Vanalles. Wel jammer dat zowat elk stukje strand geclaimd is door het eraan liggende resort.
Zeker als je tot de conclusie moet komen dat ons hotel een stukje strand heeft geclaimd wat het 'm net niet is. Ons hotel ligt ook een heel eind uit de gooi van waar het te doen is. Niet tactisch gekozen van ons, waardoor we aangewezen zijn op taxi's om naar de gezelligheid te komen.
De reisdag (met prima bus, moet gezegd), regelen we een jeep die ons de volgende dag naar Mui Ne's hoogtepunten gaat brengen. En dat is niet ons vuile strandje, maar de daarachter gelegen duingebieden.
Rode duinen waar je met een sleetje van af kunt, witte duinen met meren daartussen en sprookjes-achtige beekjes.

Het eten in Vietnam is prima, alleen valt het ons hier ook weer op dat wij de afgelopen jaren onze smaakpapillen blijkbaar struktureel hebben misbruikt aan een overdaad van chilly pepertjes en surinaamse sambal. We bestellen standaard wat chillypepers erbij om het wat pittiger te maken.
We hadden het allemaal wat spicy-er verwacht.

De jeep pikt ons op en rijdt ons inderdaad naar de meest sprookjesachtige landschappen waar we doorheen moeten wandelen, sjouwen, en quad-en. En weer moet ik tot de conclusie komen dat ik niet in de wieg ben gelegd voor welke gemotoriseerde sport dan ook.
Het quadje, groot is het niet, moet ik door een duingebied sturen. Simpel, zou je denken. Maar het rotte motortje doet in het rulle zand van alles, behalve de kant op gaan die ik 'm meen heen te sturen.
Rechte stukken gaan nog wel, maar de bochten zijn de pest. En wat in die situatie's dan níet helpt, is iemand die achterop zit en aanwijzingen geeft. Zouden we de wereldreis op een quad doen, ik vrees dat ik 'm na een week in de eerste de beste serieuze rivier zou hebben gedumpt, inclusief bijrijdster.
Ik ben blij dat we het ding na een half uur weer heel af kunnen leveren. We hopen althans dat ie nog heel was want het rechter voorwiel stond er twee keer horizontaal onder. Vreemd genoeg.

Maar de natuur was weer prachtig. Het riviertje waar we doorheen waadden, de rode duinen aan de ene kant waarvan het grondwater in het stroompje sijpelt, de groene begroeiing aan de andere kant. Heel apart.
Met het sleetje de rode duinen afglijden hebben we niet meer gedaan. Het zand was op dat moment al zo verschroeiend heet dat het hele akelige brandwonden op hele vervelende plekken had opgeleverd.
Maar ook daar, indrukwekkend mooie natuur. Het laatste deel, het vissersdorpje had twee aspecten. Eén, een gigantische armada van bootjes, boten, en zelfs dichtgeteerde rieten manden waar ze mee op zee gaan. Dat allemaal in dezelfde kleuren, wat het helemaal speciaal maakt. En als tweede, een ontzettende indringende meur die vanaf het strand opstijgt. Ze schijnen hier befaamd te zijn om hun vissaus, de beste in de wereld. Zeggen ze. Die wordt gemaakt door vis en visachtige onderdelen in grote aarden potten te gooien en dat te laten fermenteren. Wat volgens mij in begrijpend Nederlands kan worden vertaald met rotten.
Rottende vis in heel veel grote potten bij 35 graden, en daar dan de geur van. Snapte?

's Middags gaan we voor de tweede keer die dag iets doen wat we nog nooit hebben gedaan. In dit land van brommertjes en scooters gaan wij er ook één huren. Jolanda heeft het een tijdje tegen kunnen houden, geleidt door een jeugdtraumaatje waarbij d'r vader één keer op een brommer zit en een gecompliceerde beenbreuk oploopt, dat in combinatie met mijn gemotoriseerde ervaring.
Als ik voor de zoveelste keer zeg dat hier elke zwakzinnige op zo'n ding rond rijdt, is ze om. Niet na de fijne opmerking dat dat niet de zwakzinnigen zijn waar zij zich druk over hoeft te maken, maar we gaan er dan toch één huren.
En natuurlijk gaat alles van een leien dakje. Als een volleerde Johnny Holleerder stuur ik m'n scooter door het Vietnamese verkeer. Als ze maar geen miljoenen kuub wit zand onder m'n wielen storten kan ik het best en als een vis in het water begin ik zelfs lekker mee te toeteren, want dat schijnt hier te moeten bij elk zuchtje wind.
En het is een heerlijke manier van vervoer in deze hitte. Lekker windje door m'n haren en ik begin automatisch 'Born to be wild' te zingen. Dát vindt ze dan ook weer wat overdreven. 'Nietes!' schreeuw ik naar achter.

De volgende etappe is van Mui Ne naar Da Lat. Van zeeniveau naar de hoogst gelegen stad in Vietnam, op 1500 meter hoogte. 260 kilometer in een mini-van (het went) door wederom schitterende landschappen. Eerlijk is eerlijk, qua natuur verslaat Vietnam Cambodja met gemak. Qua vriendelijkheid van de bevolking en ongedwongen sfeer (nog) lang niet.
We rijden kilometers lang door akkers met dragonfruit-bomen, dan klimt ons busje in z'n één door de bergen, prachtige vergezichten, door koffie-plantages, tot we zes uur later in Da Lat zijn. Ooit door de Fransen gesticht om het hete klimaat te ontvluchten. De bergen hier bieden namelijk een constant verkoelend klimaat van zo'n 25 graden.
Wij vinden de kleding van de Vietnamezen hier zwaar overdreven, dikke jassen, zelfs mutsen, lange broeken. Maar als de zon weg trekt, en zeker als het 's avonds nog wat meer afkoelt sterven we van de kou in ons mouwloze shirtje en teenslippers.

Op een reisdag doen we niet veel meer dan door het stadje kuieren (altijd al een mooi woord gevonden), wat eten, drinken, mensen kijken en hier dus koulijen. Hoewel we heel erg beseffen dat kou een relatief begrip is als je in een weekend eind maart in Nederland zit.
En uiteraard de volgende dag regelen. Nou ja, de volgende dag komt sowieso wel, maar ik bedoel meer wat we die volgende dag gaan doen. En dat is geworden: de Da Lat city tour!

Ze komen ons in het hotel oppikken om 8.00 uur. Vergis jullie niet, deze trip is geen zomerpicknick. We staan bijna elke dag rond zeven uur op. Of we moeten reizen, of we gaan op pad om dingen te bekijken. Heel vermoeiend allemaal.
We stappen als laatsten in want het busje blijkt al zo goed als vol. De gids in het busje heet ons welkom en spreekt goed engels. De rest van ons reisgezelschap bestaat uit louter Vietnamezen. Vakantie in eigen land dus.
Op het programma staat vandaag: het zomerpaleis van de laatste Vietnameese koning, de katholieke cathedraal, kabelbaan naar, een zen-klooster, watervallen, lunch in Da Lat, een of ander bloemen gebeuren, de vallei der liefde met het meer der zuchten (nou al zin in...), en een 28 meter hoge Boeddha. We gaan er eens goed voor zitten.

Da lat ligt dus op 1500 meter hoogte en ook de stad zelf is gebouwd op heuvelachtig terrein. Het loopt minder maar het levert wel mooie vergezichten op de omliggende bergen en de stad zelf op. Afhankelijk waar je je bevindt natuurlijk.
Het zomerpaleis van de laatste koning ligt (vanzelfsprekend) buiten de stad en, ik zeg het zoals het is, het zicht op de stad beneden is vele malen mooier dan dit paleisgebeuren. We stappen binnen en worden overvallen door een interieur van oubollige, kapotte, vergane glorie met een geur van motteballen, goedkope vloerbedekking en anti-roos shampoo. Wie deze geur herkent mag het zeggen.
En het zal wel een historisch ding zijn hoor want de overwegend Vietnamese bezoekers hier vinden het erg apart, afgaande op de gezichtsuitdrukkingen en enthousiaste kreten.

Next stop: cathedraal. Prachtige kerk, van buiten heeft het een caraïbische vrolijke kleur, van binnen heeft het werkelijke betoverende glas-in-lood ramen. Wat we verder leren door het aan de gids te vragen is dat 20% van de Vietnamezen (16 miljoen) katholiek is. En wat wij ook niet wisten is dat ook Boeddhisten hun doden begraven. Altijd gedacht dat het in rook op moest gaan, maar dus niet.

De kabelbaan is fun, in het hokje zien we dat het van Zwitserse makelij is (niet verrassend). Net als ik Jolanda vertel dat ik 'r dapper vind omdat ze vanwege d'r hoogtevrees, hier toch ingestapt is, valt de kabelbaan stil. En hoog boven de grond in een vier-persoons gondeltje, benauwd en heet, schiet me ineens te binnen dat ik licht claustrofobisch was. Helemaal vergeten bij het instappen, maar nu komt het keihard terug in m'n rijtje fobieën.
Gelukkig begint, net voor ik in paniek raak en de deur wil gaan forceren om een meter of twintig naar beneden te springen, het hokje weer te rijden, vliegen, varen. Wat het dan ook is wat kabelbaangondeltjes doen.
En gelukkig heb ik m'n stoere, nergens bang voor zijnde uitstraling ternauwernood kunnen bewaren...

Het Zen-klooster komt dan ook precies op het juiste moment. Mooie tuinen, monniken die ritmisch op grote bellen slaan, biddende Vietnamezen in Boeddhistische tempels waaruit de wierook je tegemoet komt en waardoor je zelf ook een heel eind in de goede Zenrichting komt. We vergelijken het met de eerdere katholieke cathedraal. Het grote verschil, menen wij, is dat de katholieken met één groot, rijk versierd bouwwerk de buitenwereld belangrijker vindt.
En dat deze tempels, niet groot, wel mooi, maar heel sereen zonder overdreven pracht en praal, toch meer op het innerlijke en de religie zelf is gericht. Zo meenden wij dus.

De waterval, sinds het begin van Cambodja verheugde ik me al op een waterval, en eindelijk, we hebben er één. Lange afdaling over trappen en paadjes tot we d'r zijn, zelfde afstand terug omhoog, maar op één of andere manier tig keer vermoeiender.

Na de lunch rijden we naar dat bloemengebeuren. Het blijkt een veredelde Groenrijk tuincentrum te zijn. Wij staan als eerste weer bij het busje.

Dan de vallei der liefde. Hier komen verliefde en/of pasgetrouwde Vietnamese stelletjes om romantiek en geluk te proeven. Als het niet zó gódvergeten over de top van alles wat smaakvol is, was geweest dan hadden we er geen ene ruk aan gevonden. Nu hebben we eigenlijk een uur lang in een deuk gelegen. En ik kan hier het beste naar de foto's verwijzen, want het is eigenlijk niet uit te leggen.
Grote harten in het park, paddestoelen-zitjes in de vorm van een hart, een complete nepdierentuin, gemaakt met één mal want de tijger en de beer en de leeuw hebben allemaal dezelfde vorm en uitdrukking, alleen ze zijn anders beschilderd. Dit is zó fout dat het meteen weer de moeite waard is.

De laatste attractie is een 28 meter hoge Boeddha.Die maakt al indruk, maar het mooiste hier is de tempel erachter waar zes monikken voor een Boeddha beeld zitten te bidden, maar meteen in een soort trance klanken voorbrengen, zingen? die wel door microfoons door heel het gebouw en daarbuiten klinken. Het is een wazig betoverend geluid. Heb buiten alcohol, zelf nooit een andere vorm van drugs gebruikt, maar ik kan me voorstellen dat als je hier met paddo's of LSD gaat zitten luisteren dat je in een trip komt die je niet snel vergeet.

Onze Vietnamese reisgenoten begonnen rustig vanmorgen, maar tegen het eind is het één en al lol in het busje. Dat maakte de dag nog extra mooi: tussen mensen zitten die je voor geen meter verstaat, maar toch de lol en een soort verbondenheid voelen als ze je je erbij willen betrekken. Ook tijdens een thee stop, waar ze je van allerlei snoep en eten en drankjes willen laten proeven, waarvan het gedroogde, pittige hertenvlees wel het hoogtepunt was. Of ze hebben ons keihard uit zitten lachen, dat kan ook.

Da lat: een aanrader!
Tot snel.
XXX







  • 23 Maart 2013 - 15:25

    José:

    Hoi daar,
    Na het lezen vraag ik me wel af heb je daar bier en wijn, buiten dat het niet pittig is is het eten wel lekker? Heb Je al een lijst met alle vervoermiddelen is denk al een behoorlijke lijst.
    En ik neem toch wel aan dat jullie er in de vallei der zuchten een romantisch moment van hebben gemaakt?
    Stoer van jou om niet in paniek te raken, bij mij had de deur er al lang uitgelegen in de kabel baan.

  • 24 Maart 2013 - 00:05

    John:

    hoi josé,
    bier is er volop, Saigon, 333, Tiger. Plaatselijk bier is heel goed te drinken. Wijn is er zeker in Da Lat volop omdat het hier vandaan komt. Het heet ook zo, Da Lat. En ook niks mis mee.
    Vanavond gaan we met een slaapbus van Nha Trang naar Hoi An, weer iets nieuws voor op de lijst.
    Je wilt niet weten hoe romantisch het was!! :))
    Groetjes thuis!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

John

Even een tijdje er tussenuit om de accu weer op te laden voor de volgende 30? jaar werken aan te kunnen... Te beginnen met een "roadtrip" van 2 maanden door het oostelijk deel van de U.S.A. Aftellen tot 2-5-2012!

Actief sinds 05 Maart 2012
Verslag gelezen: 785
Totaal aantal bezoekers 85339

Voorgaande reizen:

02 Mei 2012 - 30 November -0001

Rond de wereld in ??? dagen.

Landen bezocht: